Een architect die aan milieustraten werkt. Wat doe je dan? Het is een terugkerende vraag als Ruben Merkx vertelt dat hij als architect en bouwkundig ingenieur werkt bij Modulo Milieustraten. Reden met hem te praten over zijn werk als architect en het ontwerpen van milieustraten. Daarbij kijkt hij ook vooruit: naar de milieustraat van de toekomst en de rol daarvan in de circulaire economie. ‘Er is een één op-één link tussen het circulaire ontwerp van een milieustraat en het scheidingsgedrag van mensen. Daar ben ik dagelijks mee bezig en is mede ook de reden waarom ik zo graag bij Modulo werk.’ Aan het blog Care4Circulair vertelt hij daar enthousiast meer over.

>> Illustratie boven: voorbeeld van een door architect Ruben Merkx ontworpen milieustraat van de toekomst (copyright illustratie Modulo Milieustraten).

Wat is de rol van een architect bij het ontwerp van een milieustraat?

‘Een architect overziet voortdurend het ontwerp- en bouwproces en zorgt dat er een helder totaalbeeld ontstaat. Alle deelaspecten moeten daarbij goed samenwerken en aansluiten op de wensen en eisen van de opdrachtgever. Tegelijkertijd moet een ontwerp zo flexibel zijn dat het kan worden aangepast aan toekomstige ontwikkelingen. Hoe dat in de praktijk werkt, kan ik het beste toelichten aan de hand van het traject dat we doorlopen als Modulo wordt gevraagd te adviseren over een milieustraat. Dat begint met het Programma van Eisen, het zogeheten PvE. We brengen daarvoor in kaart wat de wensen van een gemeente zijn, welke locale en landelijke wet- en regelgeving er van toepassing is en wat de gevolgen daarvan zijn voor het ontwerp. Ook inventariseren we eventuele beperkingen waar we bij het ontwerp rekening mee moeten houden. Verder doen we locatieonderzoek: welke locaties zijn al in beeld en op welke punten voldoen ze aan het PvE. Als we al deze punten helder hebben, zetten we de mogelijkheden op een rij; wat goede keuzes zouden zijn.’

Modulo Milieustraten Care4Circulair architect Ruben_Merkx recycling
Architect en bouwkundig ingenieur Ruben Merkx: ‘mensen door ruimtelijk ontwerp inspireren en stimuleren om anders te gaan denken.’

Hoe belangrijk is een variantenstudie?

‘Bij een variantenstudie projecteren we het PvE op de beoogde locatie en houden we alle mogelijkheden tegen het licht. Daardoor worden de prioriteiten duidelijk. Waar komt bijvoorbeeld de opstelstrook en wat is de meest optimale en logische routing voor bezoekers? Dat laatste is belangrijk omdat mensen makkelijk hun weg moeten kunnen vinden. Bij iemand die bijvoorbeeld alleen grond komt brengen, hoort een andere route dan bij een bezoeker die meerdere spullen komt afgeven die nog een tweede leven waard zijn. We kijken bij een variantenstudie ook of medewerkers een milieustraat eenvoudig en snel kunnen overzien. Dat vraagt om een praktisch ontwerp, bijvoorbeeld zonder gekke randen en hoeken die het overzicht zouden kunnen belemmeren. Om in alle wensen te voorzien, sluit je vaak compromissen. Je kunt die wensen en eisen nu eenmaal niet allemaal realiseren. Door een variantenstudie kan je er wel het maximale uit halen. Op basis van al deze informatie maak ik een voorlopig architectonisch en ruimtelijk ontwerp. Dat is een eerste grove schets die laat zien wat er op een locatie mogelijk is.’

Waarom maak je een 2D- of 3D-ontwerp?

‘Bij het opstellen van het PvE, het locatie-onderzoek, de variantenstudie en het maken van het ontwerp, overleggen we continu met de opdrachtgever. Dat is meestal een gemeente of een afvalinzamelaar. Als resultaat daarvan wordt gekozen voor een bepaalde variant. In dit stadium overleg ik intern ook al met onze projectleiders bouw en civiel. Dat gaat dan bijvoorbeeld over de fundering, riolering, infrastructuur of verlichting. Gaandeweg werken we samen aan het definitieve ontwerp. Daarbij betrekken we ook een extern adviseur, zoals een constructeur of een verkeerskundige. Zij kijken bijvoorbeeld mee naar de berekening van de draaglasten of de routeoptimalisatie. In dit stadium checken de onderaannemers waarmee we samenwerken ook of vanuit bouwtechnische hoek alles klopt. In 2D-plattegronden breng ik al die informatie bij elkaar. Met 3D-beelden visualiseer ik hoe het ontwerp van een toekomstige milieustraat er uit komt zien. Dat is belangrijk om alle partijen – van opdrachtgever tot bezoeker – betrokken te houden. Voor mij is dit een inspirerend deel van het traject, een reis waarbij ik mensen meeneem op weg naar een nieuwe milieustraat.’

Wat is verschil met het ontwerpen van een gebouw?

‘Bij de architectuur van een bestaand gebouw of een nieuwbouwcomplex ben je enerzijds bezig met de verhoudingen van gebouwmassa’s en en anderzijds met de interne en externe routing tussen verschillende ruimtes. Bij een milieustraat maak je die structuur op een soortgelijke manier. Voor een milieustraat hoort daarbij ook het ontwerp van de routing. Dit is de logistiek van het autoverkeer, vervoer van materieel en de bezoekers. De meest optimale routing staat centraal: hoe de bezoekers die elke keer iets anders bij zich hebben makkelijk van A naar B komen om snel hun afval en grondstoffen in te leveren. Omdat ik ook bouwkundig engineer ben, switch ik makkelijk tussen de technische en architectonische aspecten. Bovendien kan ik daardoor ook meedenken over het versimpelen en het kostenefficiënter maken van het ontwerp.’

Hoe beïnvloedt het ontwerp het gedrag van mensen?

‘Het architectonisch en ruimtelijk ontwerp heeft effect op bezoekers. Niet alleen hoe ze een milieustraat ervaren, maar ook dat voor hen duidelijk is wat er met het ingeleverde afval gebeurt. Ik wil bijvoorbeeld laten zien dat de nog bruikbare spullen niet de container ingaan, maar nog een tweede leven krijgen. Dat ze worden verkocht, opgeknapt of hergebruikt als nieuwe grondstof. Een voorbeeld daarvan ligt nu op de tekentafel: een zogeheten drive thru. Voordat bezoekers de milieustraat oprijden, worden de waardevolle spullen uit hun afval gehaald. Daardoor belandt een nog goede plank, kast of gipsplaat niet in de container, maar wordt verkocht, opgeknapt of weggegeven. Door dit te laten zien, zullen mensen nog bewuster met hun afval omgaan. Dat is belangrijk in de overgang naar de milieustraat van de toekomst. Dit moet mensen stimuleren nog meer afval te scheiden. Dat ze het gaan zien als een grondstof voor iets nieuws. Mede om die reden ontwerp ik alleen maar milieustraten die het gedrag van mensen positief beïnvloeden.’

Draagt het ontwerp van een milieustraat bij aan de circulaire economie?

‘Ja, zeer zeker. De milieustraat kan een zeer belangrijk aandeel hebben in de circulaire economie. Het moet een plek worden waar mensen hun spullen niet meer als afval zien, maar als grondstof. De milieustraat is een illustratief voorbeeld van de overgang van een lineaire naar een circulaire economie. Daar sluit de cirkel. De afgedankte producten en materialen krijgen er een tweede leven. De vraag die ik als architect probeer te beantwoorden, is hoe we de bezoeker kunnen meenemen in de circulaire economie. Hoe kan een ruimtelijk ontwerp inspireren en stimuleren om anders te gaan denken en te handelen? Voor mij als architect is dat bij elk ontwerp een van de belangrijke uitgangspunten. Tegelijkertijd is dat de uitdaging die mijn werk zo interessant maakt en me blijft uitdagen het beste uit het ontwerp- en adviesproces te halen. Elke keer weer.’

Meer weten?

Wilt u meer weten over het werk van Ruben Merkx? Lees dan ook het interview met hem op het blog Care4Circulair. Meer blogposts over de milieustraat van de toekomst vindt u hier.

Of volg ons blog op LinkedInTwitterFacebook of Instagram en blijf op de hoogte van alle ontwikkelingen.

Vorig artikelStudiereis NVRD Antwerpen: ‘stimuleren van afvalscheiding is uitdaging’
Volgend artikelInschrijving geopend prijsvraag circulair ambachtscentrum